
Stikstofregels brengen miljarden aan investeringen in het Noordzeekanaalgebied in gevaar
Nieuwe stikstofregeling brengt tientallen gerealiseerde projecten en nieuwe plannen in het Noordzeekanaalgebied, met een investeringswaarde van miljarden, in gevaar. Het betreft daarbij vaak investeringen in duurzame producten en processen, die de uitstoot van stikstof én CO2 op termijn juist beperken.
Dit blijkt uit de resultaten van een enquête die ondernemersvereniging ORAM en Port of Amsterdam gezamenlijk hebben uitgestuurd naar 300 bedrijven in het Noordzeekanaalgebied. Hiermee wilden ze een beeld te krijgen van de omvang van de problemen rond stikstof. Een diverse groep van 70 bedrijven actief in de maakindustrie, transport, op- en overslag, nautische dienstverlening, energieproductie en bouw en infra, heeft de enquête ingevuld.
De onzekerheid is ontstaan door recente rechterlijke uitspraken over aanscherping van stikstofregels. Tientallen projecten in het Noordzeekanaalgebied die al gerealiseerd zijn, moeten onder de nieuwe regels met terugwerkende kracht een natuurvergunning aanvragen, waar dat eerst niet nodig was. Ook nieuwe investeringsprojecten voor de komende jaren verkeren door de recente uitspraken in grote onzekerheid. Vele miljarden aan geplande investeringen lopen hierdoor gevaar.
Duurzame investeringen geblokkeerd
‘Het investeringsklimaat komt zo verder onder druk te staan’, waarschuwt Kees Noorman van ORAM. ‘Bedrijven hebben juist nu duidelijkheid nodig, omdat de komende jaren fors geïnvesteerd moet worden in schone processen en innovaties voor onder meer biobrandstoffen, waterstof en elektrificatie. Dat zijn bij uitstek de investeringen die zorgen voor minder uitstoot’, stelt hij, dus die zouden juist voorrang moeten krijgen. Volgens Noorman is het cruciaal dat het kabinet zekerheid biedt over natuurvergunningen en intern gesaldeerde projecten. ‘Zonder vertrouwen geen voortgang. Er moet snel een haalbaar stikstofplan komen. De Europese regels bieden ruimte om duurzame projecten tóch door te laten gaan.’
De sector industrie in Nederland zorgt voor 2% van de gemiddelde stikstofuitstoot. Met de investeringen en innovaties die op stapel staan en nu geblokkeerd dreigen te raken, zou dat percentage nog verder naar beneden gaan.
Achtergrond: genomen investeringen en nieuwe plannen worden getroffen
Een uitspraak van de Raad van State van 18 december 2024 heeft als gevolg dat intern salderen niet langer vergunningsvrij is. Dit betekent dat bedrijven bij nieuwe projecten vaker een extra natuurvergunning nodig hebben, zelfs als de totale stikstofuitstoot niet toeneemt. Voorheen konden bedrijven een nieuw project starten zonder extra vergunning, zolang de uitstoot binnen de bestaande vergunde stikstofruimte bleef. Nu wordt eerst gekeken naar het nieuwe project op zichzelf. Als niet kan worden uitgesloten dat het project schade toebrengt aan beschermde natuurgebieden (Natura 2000), is een vergunning vereist. Meer informatie is te lezen in het persbericht van de Raad van State.
Deze uitspraak geldt ook met terugwerkende kracht voor bedrijven die tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 intern hebben gesaldeerd. Dit betekent dat activiteiten die in deze periode zijn gestart of gewijzigd alsnog vergunningsplichtig kunnen zijn.
Daarnaast heeft de rechtbank Den Haag op 22 januari 2025 uitspraak gedaan in een zaak die Greenpeace tegen de Nederlandse Staat had aangespannen. De rechtbank oordeelt dat de Staat onrechtmatig handelt door de verslechtering van de stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden niet tijdig te stoppen en de wettelijke stikstofdoelen voor 2025 niet en voor 2030 zeer waarschijnlijk niet te halen. Het is nog niet duidelijk wat de gevolgen van deze uitspraak zijn.