Voor een waterstof economie moet je eerst een solide internationale keten bouwen
Afgelopen week is er een nieuwe reeks overeenkomsten getekend voor de ontwikkeling van de waterstofeconomie, waaronder twee Memorandums of Understanding (MoU) en een Joint Study Agreement (JSA). “Een MoU is instrumenteel als startpunt wanneer je een markt van scratch af aan moet opbouwen”, aldus Gert-Jan Nieuwenhuizen, Managing Director Port of Amsterdam International. Met een JSA, zoals met Duisburg, gaan we al een stap verder. Dat is een gedetailleerde studie inclusief investeringsplaatje.”
“In een markt als die van waterstof en e-fuels is het voor een groot deel embryonaal, dus je moet echt de wereld in om partijen te vinden voor samenwerkingen om ketens te ontwikkelen en hubs aan elkaar te knopen.” Het Amsterdamse havenbedrijf richt zicht als matchmaker op de hele waterstofketen: van productie en transport tot aan de afnemer, inclusief opslag, import en export. “Juist daar zit onze toegevoegde waarde.”
Een belangrijke energieleverancier
“Wij praten met de afnemers, de grootverbruikers van energie zoals de scheepvaart, staal- en luchtvaartindustrie. Hun focus is gericht op hoe zij hun productieproces kunnen aanpassen en toekomstbestendig kunnen worden.” Waterstof gaat een belangrijke rol spelen bij het klimaatneutrale samenleving. De import van waterstof zal belangrijk zijn om in deze vraag te voorzien. “Voor het transporteren van deze waterstof focussen wij als Port of Amsterdam op de non-ammonia vectoren, zoals Liquid Organic Hydrogen Carriers (LOHC) en vloeibare waterstof (Liquid) en e-fuels. De afnemers zitten niet alleen in onze eigen haven en regio, maar ook in Duitsland. De haven van Amsterdam is momenteel al een belangrijke energieleverancier aan het Duitse Ruhr-gebied en dat willen we in de toekomst ook blijven. Vandaar dat de gisteren getekende overeenkomsten met Duitsland zo belangrijk zijn.”
De afnemers zijn één deel van de som, maar de producenten zijn ook een belangrijke schakel. “We hebben daarom MoU’s getekend in het Midden-Oosten, Ierland en Spanje. Dit zijn regio’s die zeer geschikt zijn voor de productie van waterstof en het streven hebben om te exporteren in de komende jaren. De producenten waar wij samenwerkingsverbanden hebben, zetten in op de Europese markt, omdat de vraag daar op korte termijn al groot zal zijn. Het feit dat deze wereldspelers met ons in zee willen gaan, onderstreept dat de Amsterdamse haven een belangrijke speler is in de energieketen, nu en in de toekomst.”
Matchmaker
Als internationale haven bevindt het havenbedrijf zich tussen de producenten en de afnemers in een rol van matchmaker om producenten en ontvangers met elkaar te verbinden. “Dat faciliteren zien wij als onze taak. Die ketenontwikkeling doen wij deels met de Nederlandse overheid, dat met bilaterale verdragen een sterke fundering creëert, en het Amsterdamse havenbedrijfsleven (klanten zoals tankterminals). Dat is onze rol als haven; dat past bij ons. Onze kernactiviteiten bestaan immers uit het faciliteren van in- en export van lading. De import van waterstof via deep sea en de export naar het achterland via pijpleiding of binnenvaart. Wij creëren zo maritieme corridors.”
Mondiale schaal
Het importeren van waterstof is een van de activiteiten binnen de keten waar Port of Amsterdam zich op richt. “Nederland redt het niet alleen, al zetten we de hele Noordzee vol met molens. Daarom kijken wij met welke partijen je dat kan doen. Dat moet je op mondiale schaal doen. We moeten het breder trekken en oog hebben voor de geopolitieke agenda van de Nederlandse overheid en Europese Unie. Daarom kiezen we ervoor om met meerdere partijen relaties aan te gaan. Nederland is een handelsnatie met wereldburgers, waarbij port of Amsterdam de rol in neemt van internationaal knooppunt.”