Besluit passeerafstanden tot een bunkerschip dat LNG bunkert
Besluit:
I. Voor de ligplaatsen waar LNG gebunkerd wordt, de onder II opgenomen minimale passeerafstanden vast te stellen, zijnde de kortste afstand tussen het passerende schip en het LNG bunkerschip, dat langszij is afgemeerd bij een LNG-ontvangend schip, en waarvan de LNG-bunkerslang aangekoppeld is. Het besluit is zowel van toepassing op aangewezen gebieden als ook ligplaatsen waar een ontheffing voor is verleend om LNG te bunkeren.
II. De volgende passeerafstanden als bedoeld onder I. vast te stellen, aan te houden door de passerende schepen, voor:
- a. een binnenvaartschip, te allen tijde minimaal 10 meter.
- b. aankomende en vertrekkende zeevaart, welke aan het manoeuvreren is om aan te meren dan wel te ontmeren in de directe nabijheid van de ligplaats van het LNG-bunkerschip en het LNG-ontvangende schip, minimaal 20 meter;
- c. andere zeevaart, varende in de haven, minimaal 50 meter.
III. Dit besluit treedt in werking 3 dagen na bekendmaking in een Bekendmaking aan de scheepvaart IJmond Noordzeekanaalgebied Centraal Nautisch Beheer (BASIJN).