Twee geulgebonden schepen op één tij

1998/06
From 30 Mar 1998
Area Regio - Noordzee

De Directeur van het Gemeentelijk Havenbedrijf te Amsterdam, tevens Rijkshavenmeester, maakt het volgende bekend:

Via de IJ‑geul wordt de Buitenhaven van IJmuiden aangelopen door de zg. geulschepen waarvan de diepgang ligt tussen 13,73 m en 16,50 m. Het moment van het aanlopen van de IJ‑geul en het binnenIopen van de pieren wordt bepaald aan de hand van een tijpoort. Deze tijpoort wordt v.w.b. het aanlopen van de IJ‑geul begrensd door de uiterste waarden van het verticale getij en het binnenlopen van de pieren door een combinatie van het horizontale en verticale getij. Dit betekent dat voor en na ieder hoogwater een periode beschikbaar is voor het aanlopen van geulgebonden schepen, een en ander afhankelijk van de diepgang van het schip en de hydrologische en meteorologische omstandigheden.

Tot op heden werd binnen het kader van het toelatingsbeleid de norm gehanteerd dat binnen één tijpoort één geulgebonden schip de haven van IJmuiden kon aanlopen. In verband met het toegenomen aanbod van geulgebonden schepen en mede gelet op de omstandigheid dat dit aanbod naar verwachting verder zal toenemen, is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om twee geulgebonden schepen op één tijpoort binnen te laten lopen. De twee geulschepen zullen hun respectievelijke tijdstip van binnenlopen op elkaar moeten afstemmen, daarbij rekening houdend met het horizontale en verticaIe getij en de ruimte die er voor beide schepen moet zijn voor het uitvoeren van noodmanoeuvres,

Uit dit onderzoek en een proefneming in de praktijk is gebleken dat dit onder een aantal stringente voorwaarden en onder gunstige omstandigheden tot de mogelijkheden behoort. Deze omstandigheden doen zich niet bij elke tijpoort voor.

Deze voorwaarden luiden:

  • De tijpoort moet voldoende ruimte bieden om de twee schepen met een tussenpoos van ongeveer één uur binnen te laten lopen;
  • De gewenste sleepboten voor beide schepen moeten tijdig gereed liggen in de Buitenhaven;
  • De weersomstandigheden moeten zodanig zijn dat het aanlopen en afmeren van beide schepen veilig en verantwoord kan worden afgewikkeld;
  • De ligplaatsen van beide schepen moeten tijdig vrij zijn;
  • De uiteindelijke beslissing om de geulreis aan te vangen wordt aan boord genomen in samenspraak tussen de loods aan boord en de kapitein.

De Directeur van het Gemeentelijk Havenbedrijf,

tevens Rijkshavenmeester,

namens deze

Manager regio west

E.D.A. Lamberty

30 maart 1998