Geluidverdeelplan Westpoort

Plan Haven-Stad op gespannen voet met belangen van haven

29 Mei 2020

Het plan van de gemeente Amsterdam om 70.000 woningen te bouwen in en om de haven staat op gespannen voet met belangen van de haven en bedrijven in de haven, vooral in de transformatieperiode. Het havenbedrijf heeft daarom gereageerd op het plan van de stad. Gisteren eindigde de inspraakperiode.

Onder de naam Haven-Stad wil Amsterdam in de haven een wijk bouwen ter grootte van de stad Leiden. Het deel van het havengebied binnen de ring (A10) moet circa 25.000 woningen accommoderen.

De transformatie naar ‘hoogstedelijk gemengd gebied’ heeft grote gevolgen voor de bedrijven die er zijn gevestigd, vaak al decennia lang. Bedrijven als ICL, Cargill en Bunge zijn belangrijke bedrijven voor de haveneconomie, de Amsterdamse economie en die van de metropoolregio.

In een convenant van havenbedrijven met gemeente en provincie is afgesproken dat er niet eerder dan in 2029 wordt gestart met de bouw van woningen in het gebied. Daarnaast is in het huidige coalitieakkoord afgesproken dat de industriële bedrijven in de Coen- en Vlothaven – óók gelegen binnen de ring – in ieder geval kunnen blijven tot 2040.

Maar het actuele plan beperkt al ruimschoots vóór 2040 de milieuruimte van deze bedrijven en zal hun bereikbaarheid nadelig beïnvloeden. Dat verslechtert de verdiencapaciteit van de haven en de investeringsbereidheid van bedrijven in het gebied. Voor Port of Amsterdam is dat onwenselijk.

De gevolgen die worden gevreesd, zijn dat:

1. de milieuruimte wordt beperkt

In de haven is de zogeheten milieuruimte, voor onder meer geluid en stof, anders dan elders. Industriële bedrijven hebben hier de ruimte om hun activiteiten uit te voeren, activiteiten die niet in een woonwijk kunnen. Met de bouw van een woonwijk wordt die milieuruimte beperkt en dat is niet goed voor het ondernemersklimaat. De gemeente stelt al bij voorbaat voor om in bestemmingsplannen de milieuruimte in te perken.

2. de bereikbaarheid en verkeersveiligheid onder druk komen te staan.

Door de transformatie komen er veel meer mensen in het gebied. Omdat bij de start van de bouwwerkzaamheden nog (lang) geen sprake is van een hoogwaardig openbaar vervoernetwerk, ontstaat druk op de bestaande infrastructuur en daarmee op de bereikbaarheid van de bedrijven. Wat betreft de verkeersveiligheid wordt niet gerept over de gevolgen van die drukte, ook niet voor het transport van gevaarlijke stoffen.

Ook als de bouw ná 2040 start, blijven er zorgen. Voor het verplaatsen van gevestigde bedrijven zijn minimaal twee zaken nodig:

a. ‘Natte’ grond

Daarmee wordt terrein bedoeld aan havenwater, waaraan (zee)schepen kunnen afmeren. Die grond is schaars in Amsterdam. Het havenbedrijf voert al een intensiveringsstrategie (meer havenactiviteit per vierkante meter), maar met het huidige plan wordt uitbreiding van de haven weer actueel. Beleid daarvoor heeft mogelijk consequenties voor de regio. Daarmee gaat het plan Haven-Stad (veel) verder dan de gemeente(grenzen) van Amsterdam;

b. Financiële middelen

De plannen geven geen inzicht in de aanpak van de transformatie van het gebied Coen- en Vlothaven. Hoe wordt omgesprongen met de rechten van de daar gevestigde industriële bedrijven, zoals lopende erfpachtcontracten? En wat zijn de beoogde kosten voor verplaatsing? Zonder indicaties hierover en door het ontbreken van mogelijke opties, ontstaat vooral onrust bij de gevestigde bedrijven over hun voortbestaan.

Al met al vindt Port of Amsterdam dat met het huidige plan de gemeente:

  • onvoldoende rekening houdt met de haven en de bedrijven in de haven;
  • onvoorzichtig omgaat met de huidige, bestaande economie (industriebedrijven) en;
  • het leefklimaat voor (toekomstige) bewoners onvoldoende verzekert.

Het havenbedrijf heeft veel begrip en oog voor de grootstedelijke uitdaging van de stad, maar is ook van mening dat de ambitie van de stad niet haaks moet staan op de havenbelangen van diezelfde stad. Dat is niet goed voor de stad en niet goed voor de regio.

Welk gebied?

De transformatie van haven naar woonwijken moet volgens de gemeente Amsterdam plaatsvinden in:

  • de Minervahaven met zijn huidige fashion- en mediabedrijven;
  • de Alfadriehoek met stedelijke bedrijvigheid en kantoren;
  • de Coen-, Vlot- en Mercuriushaven, een industrieel gebied met grote internationale bedrijven zoals Igma, kunstmestfabriek ICL, afvalverwerker Renewi (fusiebedrijf van Shanks en Van Gansewinkel) en Bunge (200 jaar oud en van oorsprong Amsterdams bedrijf).