3 vragen over de bodembescherming bij Zeesluis IJmuiden
Een grotere sluis zorgt voor grotere schepen en meer zout water. Door de hoeveelheid bewegingen en (zout) water die de nieuwe sluis bij het schutten met zich meebrengt, kunnen kuilen ontstaan in de bodem bij het binnen- en buitenhoofd.
Daarom wordt bij het binnen- en buitenhoofd speciale bodembescherming aangebracht. Bart Broekman en Henk Vink van Combinatie BaggerIJ houden zich bezig met de voorbereiding en uitvoering van de bodembescherming. In dit artikel beantwoorden ze 3 vragen over de bodembescherming.
Waarom moet de bodem worden beschermd?
‘Door de hoeveelheid bewegingen en (zout) water die de nieuwe sluis bij het schutten met zich meebrengt, kunnen kuilen ontstaan in de bodem bij het binnen- en buitenhoofd. Om dit effect te verminderen, wordt voor de kolkingang aan de zeezijde en kanaalzijde de hele bodem beschermd. Ook langs de voorhavendam tot en met de fuikwand komt speciale bodembescherming. Zonder de bescherming van de bodem langs de sluiswanden kan langs deze wanden namelijk zand gaan verplaatsen. Dat kan gevolgen hebben voor het scheepvaartverkeer, omdat de waterdiepte op sommige plekken dan ineens afneemt. Door de bodem goed te beschermen voorkomen we dit. Langs de wanden wordt daarom ook extra aandacht gegeven aan de aansluiting van bodembescherming tegen deze wanden.’
Waaruit bestaat de bodembescherming?
‘De bodembescherming bestaat uit twee lagen. De eerste laag van de bodembescherming is een filterdoek met daar bovenop geknoopte bossen wilgenhout. De bossen wilgenhout worden met de hand aan elkaar geknoopt in vakjes van 1 x 1 m2. De wilgentakken geven stevigheid aan het doek tijdens transport en installatie en zorgen voor een stevige eerste laag bodembescherming. Het filterdoek zorgt er ook voor dat er geen zand door de bodembescherming komt. Door het lichte wilgenhout kan het filterdoek makkelijk worden afgezonken naar de bodem. Deze eerste laag wordt daarom ook wel het zinkstuk genoemd. Bovenop het filterdoek en de wilgentakken komt de tweede laag. Die bestaat uit breuksteen. ’
Hoe wordt bodembescherming aangebracht?
‘Om ervoor te zorgen dat de stenen door stroming of schroefbewegingen niet kunnen verplaatsen, wordt op veel plaatsen de steenlaag ingegoten met beton. Om dit beton te kunnen storten pakken we de juiste hoeveelheid beton vast met een knijper en laten we het onderwater los boven het juiste vakje, net boven de bodem. We hebben deze techniek getest met duikers en die bevestigden dat het goed was. Om uiteindelijk te controleren of we overal beton hebben gestort, voeren de duikers achteraf nog steekproeven uit. Om te zorgen dat de zandbodem tegen de wand op zijn plek blijft liggen, wordt langs alle wanden de breuksteen tegen de wand ingegoten met colloïdaal beton. Dat is speciaal beton dat niet oplost tijdens het storten en in stromend water nauwelijks wegspoelt. Het grind in dit beton is afkomstig van K3Deme, dat gevestigd is in de haven van Amsterdam.’
De bodembescherming zorgt er uiteindelijk voor dat de bodem bij de sluis dezelfde diepte houdt en het zand door de bewegingen van het water niet wordt verplaatst. Door deze manier van bodembescherming is de bodem naar verwachting ook over 100 jaar nog steeds goed beschermd.