Het IJ

Havenbedrijf Amsterdam pleit voor veiligheid bij oeververbinding

29 Mei 2020

Havenbedrijf Amsterdam onderschrijft de wens van het Amsterdamse stadsbestuur om een vaste oeververbinding te realiseren om de ontwikkeling van Noord verder te stimuleren.

Nu de Amsterdamse gemeenteraad op 20 juli het definitieve voorkeursbesluit van het college heeft overgenomen, benadrukt Port of Amsterdam het volgende.

Een brug dient aan een aantal nautische eisen (richtlijn vaarwegen) te voldoen om veilig te zijn. Marleen van de Kerkhof, (rijks)Havenmeester: ‘Ik heb tot op heden nog geen nautisch veilig ontwerp gezien. Ook over de voorkeurslocatie maak ik me zorgen. De locatievoorkeur van de gemeente brengt extra complicaties mee. Vlak voor een bijna 90-graden bocht en bij een smal deel van de vaarweg is gewoon een linke plek voor een brug in zo'n drukke vaarweg. De manoeuvreerruimte voor de scheepvaart wordt op deze wijze beperkt, wat het anticiperen op deze drukke vaarweg lastiger maakt. De Divisie Havenmeester heeft de publieke taak om de scheepvaart vlot, veilig en duurzaam te begeleiden. Met de komst van een brug zien wij een vlotte doorvaart in het geding komen én daarmee ook de veiligheid. Daarnaast is bij slecht zicht een brug niet goed zichtbaar op de radar. Beroepsvaart heeft radar aan boord, maar recreatievaart lang niet altijd en ook die bezoeken Amsterdam met tienduizenden.’



Naast de nautische zorgen om een brug, ziet het havenbedrijf meer voordelen in een tunnel of passage om drie redenen. Koen Overtoom, CEO Havenbedrijf Amsterdam: ‘Veel van de lading die in Amsterdam aankomt of wordt bewerkt gaat naar het achterland. Dat moet optimaal bereikbaar blijven. Een brug mag de ontwikkeling binnen het vervoer richting High Cube containers niet in de weg staan. We hebben nu al dat soort schepen en dat zal in de toekomst alleen maar verder toenemen. Ook is de tunnelvariant qua bouwen goedkoper en met slimme verlichting ook sociaal veilig. Dat is de Maastunnel immers ook. Ook zal er met een tunnel geen sprake zijn van uitplaatsingskosten voor de Passenger Terminal Amsterdam (PTA), die nu door de gemeente zullen moeten worden gedragen. Tot slot is met de bouw van de nieuwe zeesluis onze voordeur vergroot. Daar zijn we heel blij mee, omdat dit de havens aan het Noordzeekanaal beter bereikbaar maakt. De sluis vergt een investering van het Rijk, de provincie en de gemeente van circa 800 miljoen euro. Een brug maakt de achterdeur juist kleiner. ’



Het havenbedrijf blijft onverminderd aandacht vragen van het Amsterdamse bestuur voor de veiligheid van de scheepvaart en de economische belangen van de haven. De haven is een belangrijke economische pijler van de regio, de 4e van Europa en waar circa 67.000 mensen werkzaam zijn.