Stikstofregels aangescherpt
Een uitspraak van de Raad van State van 18 december scherpt de stikstofregels verder aan, ook voor bedrijven in het havengebied van Amsterdam. Ondernemers die stikstof uitstoten bij beschermde natuurgebieden (Natura 2000) moeten voortaan vaker aan extra voorwaarden voldoen bij nieuwe projecten, ook al hebben ze al een natuurvergunning.
De uitspraak beperkt de mogelijkheid om binnen een bedrijf de hoeveelheid stikstof van een oud project en een nieuw project op dezelfde locatie tegen elkaar weg te strepen (intern salderen). Eerder gold dat bedrijven die al een natuurvergunning hadden ook een nieuw project konden starten, zolang de stikstofuitstoot maar hetzelfde bleef.
Voortaan wordt eerst gekeken naar het project op zichzelf, zónder rekening te houden met de oude situatie. Het natuurbeschermingsrecht eist dat eerst wordt onderzocht of de uitbreiding of wijziging op zich significante gevolgen heeft voor beschermde natuurgebieden. Als die niet kunnen worden uitgesloten, is een vergunningsaanvraag nodig en moet een passende beoordeling worden gemaakt. Zo is er vanaf nu bijna altijd sprake van een nieuwe vergunningsplicht.
De uitspraak heeft ook gevolgen voor bedrijven die tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 intern hebben gesaldeerd en waarvoor op grond van het oude regels geen vergunning nodig was. Hun in die periode gewijzigde activiteiten vereisen onder de nieuwe regels mogelijk wel een vergunning. Uit het oogpunt van rechtszekerheid hanteert de Raad van State een overgangsperiode tot 1 januari 2030. Bedrijven kunnen deze periode gebruiken om te bepalen of een natuurvergunning alsnog nodig is, of de activiteiten aanpassen. Dit betekent niet dat provincies tot 2030 helemaal niet kunnen handhaven. Zij kunnen wel speciale maatregelen nemen als een Natura 2000-gebied verslechtert.
Meer informatie is te lezen in het persbericht van de Raad van State.