Adviescommissie sprong over het IJ

Visienota Oeververbindingen Rijkswateren Amsterdam

11 Juni 2020

De Adviescommissie Oeververbindingen Rijkswateren Amsterdam is gevraagd een advies te geven over de oeververbindingen van het IJ en een deel van het Amsterdam-Rijnkanaal.

Persbericht door Adviescommissie Oeververbindingen

De gemeente Amsterdam en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat/Rijkswaterstaat zijn gezamenlijk opdrachtgevers van de Adviescommissie Oeververbindingen Rijkswateren Amsterdam. De commissie is gevraagd een advies te geven over de oeververbindingen van het IJ en een deel van het Amsterdam-Rijnkanaal. Dit bekeken tegen de achtergrond van de ontwikkelingen rondom het IJ, en in het gehele Noordzeekanaalgebied. De eerste bevindingen en hypothesen van de commissie zijn gebundeld in een visienota: Genereus Verbonden – naar een Grootstedelijke Samenhang. Dit document is een tussenrapportage, en vormt een eerste opmaat naar een einddocument dat voor de zomer van 2020 zal worden gepubliceerd. De visienota vind je op de website van de gemeente Amsterdam.

In de nota zijn een aantal ambities voor de inrichting van het IJ geformuleerd: duurzaam, robuust, democratisch legitiem, veilig, cultureel. De commissie stelt deze voor als gedeelde ambities bij de betrokken partijen.

Kennis verlicht. Daarom heeft de commissie de intense verkeers- en culturele functies van het IJ in beeld gebracht. Het IJ is tegelijk een verkeersruimte en een drager van identiteit. Ingrijpen vereist het begrijpen van beide rollen.

Een haven-economische reflectie leert dat de drukte op het IJ niet alleen het gevolg is van havenactiviteiten voor de regio Amsterdam, maar dat het IJ ook op (inter)nationaal niveau in elk toekomstscenario een voor de scheepvaart belangrijke as blijft. De economische ruimte van de haven van Amsterdam dient ook beschouwd te worden vanuit grote landelijke opgaven op het gebied van duurzaamheid en energietransitie.

Er is ook gekeken naar de geplande stadsgroei. Deze concentreert zich in Noord, maar ook buiten de fietssnelweg die op dit moment langs het tracé Marnixstraat-Weteringschans-Sarphatistraat wordt gelegd: de binnenring. De explosieve groei van de stad mist, zeker in Noord, echter een samenhangend kader waarbinnen de belangrijkste oeververbindingen op hun plaats kunnen vallen. De commissie denkt dat kader gevonden te hebben.

De cirkelvorm van de binnenring kan worden voltooid in Noord. Daar kan ze een plek krijgen in de van Hasseltkanaalzone. Deze nieuwe figuur kan de belangrijkste drager voor het openbaar vervoer worden, de hoogste hiërarchie van het fietsnetwerk vormen, en een groene long door het centraal stedelijke gebied op de noordoever zijn. Deze figuur bestaat voor het grootste deel op dit moment al: nieuwe oeververbindingen vormen de missing links.

Een voltooide binnenring bepaalt locaties voor toekomstige oeververbindingen ten oosten en westen van het historische centrum, omdat ze daar aansluiten op regionale netwerken voor langzaam verkeer aan beide zijden van het IJ: ze schragen ‘zachte’ mobiliteit (fietsers en voetgangers). Zo kan het verschijnende Amsterdam met een eenvoudige, structurerende figuur voltooid én geïntegreerd worden. Deze vanuit stedenbouwkundig standpunt wenselijke zoekgebieden lijken samen te vallen met zones waarin vanuit een nautisch perspectief mogelijkheden voor verbindingen zijn: in de buurt van het Stenen Hoofd, en in de buurt van het Azartplein.

Naast de binnenring stelt de commissie een tweede, complementaire fietsstructuur voor: vlotte, conflictvrije routes aan de oever van het IJ aan beide zijden. Aan de zuidzijde bestaat deze route al; aan de noordzijde worden op er dit moment stukken van een dergelijke route gepland. Deze routes vormen een ladder-figuur, waar in de toekomst aanvullende oeververbindingen van een tweede orde in kunnen worden gelegd.

Daarmee is de keuze tussen bruggen of tunnels nog niet gemaakt. De commissie stelt dat het mogelijk is om een brug veilig te maken voor scheepvaart - net als dat het even perfect mogelijk is om van een tunnel een veilig, vlot, en aangenaam onderdeel van het openbare domein te maken. Er moeten wel heldere prestatiecriteria voor beide opties worden opgesteld; een voorzet hiervoor staat in de nota.

Samenvattend:

  • De commissie stelt voor de binnenring te voltooien in Noord.
  • De commissie stelt voor een snelle, vlotte en veilige fietsroute aan te leggen, parallel aan het IJ in de buurt van de Noordelijke oever.
  • De belangrijkste oeververbindingen moeten aansluiten op het belangrijkste netwerk: de voltooide binnenring.
  • Niet alleen de nautische situatie op het IJ, maar ook het inpassen van aanlandingen en de aansluiting op regionale netwerken zijn grote uitdagingen.
  • Het IJ blijft in elk toekomstscenario een belangrijke waterweg.
  • De opgave oeververbindingen gaat niet over één verbinding, maar over de definitie van een robuuste, duurzame structuur voor (de infrastructuur van) Amsterdam, die op relatief korte termijn kan worden uitgewerkt.

De Adviescommissie Oeververbindingen:

Alexander D’Hooghe (voorzitter)

Larissa van der Lugt

Maarten Schmitt