Bouwjargon
Bij de bouw van de nieuwe zeesluis worden vaak technische termen gebruikt. De meest gebruikte termen hebben we voor je op een rij gezet.
Ben je benieuwd wat waar komt? Bekijk dan de overzichtskaart (pdf).
Anker
Hiermee wordt de diepwand van de kolkwand vastgezet in de ondergrond. Elke anker is ongeveer 40 meter lang.
Bentoniet
Mengsel van water en klei dat wordt gebruikt voor de diepwanden.
Buispaal
Lange, holle stalen buis. Deze wordt vooral gebruikt in combiwanden.
Caissonmethode
Het maken van een constructie met snijranden, een vloer en wanden van beton en die gecontroleerd laten afzinken.
Combiwand
Wand die bestaat uit buispalen en damwanden.
Damwand
Een verticaal in de grond geplaatste wand die grond en/of water tegenhoudt. De wand bestaat uit losse planken of stalen panelen die met elkaar worden verbonden.
Deurzerk
Een afdekplaat om de wand mooi af te werken.
Deurkas
De sluisdeuren moeten de constructie inrollen als er een schip door de sluis vaart. Daarom legt OpenIJ aan de zuidkant van de nieuwe sluis 2 deurkassen aan waar de deuren in kunnen rollen.
Naast ruimte voor de operationele deuren legt OpenIJ in het binnenhoofd (aan de kanaalzijde) ook een onderhoudsdok aan waar de reservedeur in komt te liggen. Daarom is de deurkas van het binnenhoofd een stuk groter dan de deurkas van het buitenhoofd (aan de zeezijde).
Deursponning
De sponning is de uitsparing in de kolkwand van de sluis tegenover de deurkas. De deur rolt daarin om de sluis af te sluiten.
Diepwand
Diepwanden zijn wanden die niet worden ingetrild, maar uitgegraven. Bij de nieuwe zeesluis wordt er eerst met een special soort graafmachine een sleuf gegraven. Die is 7,5 m lang, 40 m diep en 1,3 tot 1,5 m breed.
Tijdens het graven wordt de steunvloeistof bentoniet aangebracht, zodat de sleuf niet instort. Daarna wordt wapening aangebracht, waarna de sleuf wordt volgestort met beton. Omdat beton zwaarder is dan bentoniet, komt het bentoniet vervolgens bovendrijven. Het kan dan worden weggezogen en 2 tot 3 keer worden hergebruikt.
Drempel
Letterlijk de drempel op de bodem van de kolk waar straks de sluisdeur overheen rolt.
Geleidewerk
Een geleidewerk of remmingwerk is een constructie die schepen mechanisch en visueel geleidt bij het naderen van een brug of sluis. Er is daarbij sprake van een versmalling van de vaarweg.
Kistdam
Een tijdelijke omsluiting gebouwd in het water, zodat het omsloten gebied kan worden leeggepompt.
Kwelscherm
Betonnen muren die voorkomen dat er op de lange termijn zand wegspoelt bij de sluis.
Sluiskolk
Een sluiskolk, of schutkolk, is de ruimte tussen de sluisdeuren van een schutsluis.
Snijranden
Betonnen driehoeken van 2,5 m hoog, die de contouren van de deurkas vormen.
Traverse
Constructie bovenop de bouwkuip waar vervolgens een kraan op kan staan. Hieronder kun je ook werken. Het is als het ware een verplaatsbaar platform.
Vrijgraven diepwand
Bij het vrijgraven van diepwanden wordt het bovenste gedeelte van diepwand gesloopt. Hier komt de verankering en een opstort van beton die de kolkwand straks een glad uiterlijk geeft.